In mijn onderzoek naar het ontstaan, geloven en uitvoeren van collectieve verhalen (arche mythes en social imaginaries) kwam ik een vijf stappenplan tegen waarmee dit verschijnsel transparanter wordt voor mij. Een mythe in de betekenis zoals ik het gebruik is heel breed. Het is alles wat we collectief hebben aangenomen zoals het idee van geld, het idee van ontwaken, het idee van kapitalisme, het idee van religie, het idee van communisme, het idee van democratie, het idee van gelijkwaardigheid, etc.
Op dit moment bevinden we ons in het ontstaan van de pandemie en mondkapjes ideologieën. Iedereen gaat daar anders mee om. Ik vind het boeiend om te zien hoe deze mythe mijn geest en die van andere in zo’n korte tijd kan programmeren.
Een mythe is dan een geestelijk instrument/denkstructuur waarmee je om kunt gaan met lijden en overleven in de maatschappij en het universum. Denk bijvoorbeeld aan de reis van de held of het verlossingsverhaal van Jezus/Mohammed. Deze mythes helpen de mensheid om te gaan met lijden.
De term social imaginary ligt daar dichtbij in de buurt. Het is de mogelijkheid om als mens te fantaseren over een betere maatschappij door jezelf en anderen te plaatsen in de maatschappij. Nieuwe ideeen of protest tegen het oude kunnen worden omgezet in nieuwe verhalen, acties en werkelijkheid. Om dat te doen heb je de capaciteit nodig om van jezelf weg te denken, uit de structuur waar je in zit en het grotere geheel te zien (denk bv aan Yuval Harari met zijn boek 21 tips voor 21e eeuw).
Een idee wordt uitgebouwd (bv slavernij) en kan op termijn vervallen en/of oplossen in iets anders (bv gelijkwaardigheid). Zo zal het idee van ruilhandel naar geld als betaalmiddel zichzelf verder kunnen ontwikkelen naar een idee waarin goederen verplaatst worden zonder geld.
De verhalen of mythes van een cultuur hebben invloed op het welzijn van de persoon. In onderstaande film kun je zien dat de persoonlijke armoede verbonden is met het te kort aan banen in het algemeen. Persoonlijke problemen zijn ingebed in de cultuur.
1.Een persoonlijk idee.
Het begint met een idee wat eerst in de persoon zelf wordt uitgewerkt en daarna in de publieke sfeer wordt gebracht. Dit meestal het eigen netwerk van werk en familie. Tegenwoordig natuurlijk ook via de moderne media. Taal en het gesproken woord zijn belangrijke vervoersmiddellen van het idee.
2.Buiten eigen netwerk.
Het idee wat bestaat uit een integratie, samenhang en wellicht onuitgewerkte hypotheses worden besproken en veranderd in en buiten het eigen netwerk. Het idee gaat de maatschappij in.
3.Toepassen.
Het idee wordt in de praktijk toegepast en geobserveerd op werkzaamheid. Bij succes wordt het idee in georganiseerde vormen vastgelegd en uitgevoerd. Instituten, politiek en/of bedrijven gaan het idee uitdragen.
4.Ideologie.
Langzaam en zeker wordt het een ideologie die verinnerlijkt wordt door een grote groep mensen. Zo zijn democratie, liberalisme, kapitalisme, communisme, verzorgingsstaat, feminisme, religie en andere grote ideeen ontstaan. Dataisme is bijvoorbeeld een term die volgens mij redelijk nieuw is en snel groot wordt. Een andere ideologie is bijvoorbeeld hoe we met de natuur om zouden moeten gaan..
5.Arche mythe.
Op een gegeven moment wordt het een innerlijke collectieve structuur die gepaard gaat met vieringen (gay parade, kerkelijke feestdagen), rituelen (vijf daagse werk/school week) en symbolen (landsvlaggen, nazi symbool). Het wordt cultuur.