De cliënt weet hoe hij kan helen, ook al weet hij het niet
Ik werk in het dagelijkse leven met dak en thuisloze mensen. Ik ben het focussen aan het vertalen naar een praktische handleiding voor de hulpverlening. In feite kun je het voor elk vak gebruiken, omdat contact maken, luisteren en intuïtie overal nodig is. De kern voor de hulpverlening is dat de groei van een persoon al in de persoon besloten ligt. De vraag is hoe krijg je het eruit. Op mijn werk hebben we bijvoorbeeld de omgeving zo georganiseerd dat er weinig stress is. In een ontspannen leefklimaat kan iemand beter groeien. Dit betekent bijvoorbeeld weinig regels, outside the box handelen en een schone luxe woonomgeving. We werken met vroegsignaleringsplannen waarbij we de zelfregulatie in het dagelijkse leven van de cliënt beschrijven en bespreken. Hoe ziet je gedrag er uit in oplopende spanning en wat kunnen we dan doen om te ontspannen?
Al de voorgenoemde interventies zijn nuttig en de sleutel tot heling is voor iedereen contact. Werkelijk contact is zestig procent van het herstel. Daar komt het herstel gericht luisteren om de hoek kijken. Ik kom er steeds meer achter dat echt luisteren een vak is. Met de vaardigheid focussen heb ik iets in handen waarmee ik luisteren praktisch en makkelijk kan structureren. Iedereen kan leren luisteren.
In ieder lichaam huist een iemand. Deze iemand heeft het moeilijk en stoeit, net als jij en ik, met zijn of haar impulsen, hulpeloosheid en onkunde. Ik richt mij dan ook op diegene die door de ogen naar buiten kijkt. Hoe onaardig iemand ook lijkt er zit iets wijs, onschuldigs en liefs diep in dat lichaam (en andersom). Om dit naar boven te krijgen is luisteren de enige manier. Dat wat diep in het lichaam verscholen zit heeft liefde, aandacht en aanwezigheid van een ander nodig om zich op te richten.
Goed luisteren is niets tussen mij en de ander neerzetten. Al mijn kennis, oordelen en (bedrijfs) verwachtingen parkeer ik naast me neer. Ik ben er helemaal in een geconcentreerde aanwezige houding. Van daaruit ontstaat contact en vanuit het contact ontstaan er regels, oplossingen en kaders. De client kan zelf aangeven wat zijn of haar volgende stap is. Vaak is dat niet zoals de hulpverlening de dingen neigt te organiseren en denkt. Hulpverleningskaders komen meestal voort uit gemeentelijke voorwaarden zoals doorstromen en geld besparen. Deze kaders zijn er ook en daar heb ik ook mee te werken. Dit betekent automatisch dat ik deze kaders met de cliënt bespreek en dat ik me niet volledig aan hem of haar aanpas. Het betekent dat ik er ben, blijf staan en mezelf inbreng als mens en hulpverlener met gevoelens en gedachtes. Zo zijn er twee mensen die vanuit hun eigen grond en rol in de maatschappij uitwisselen. Dit geeft een gelijkwaardigheid, terwijl beiden ook weten dat er een verschil is. Zo kan een cliënt mij zien en ervaren als een vriend, maar ik ben het niet (en andersom). Hij of zij kan mij ervaren als een vader, maar ik ben het niet. Deze dualiteit is telkens te vinden in het contact. Samen ontstaan er vaak leuke oplossingen voor problemen die niet perse logisch zijn.
Waar het mij om gaat is dat het focussen alles in zich heeft om elk mens en dus ook mijn cliënten handvatten te geven om zelf te herstellen. Wanneer iemand leert communiceren met zijn eigen lichaam wordt het vermogen tot herstel geactiveerd. Er is iemand thuis die zelfstanding kan voelen, nadenken en handelen. De hulpverlener is de container en daarmee een tijdelijke steunpilaar. Totdat de cliënt kan zeggen; Bedankt voor de hulp en het contact en nu ga ik mijn eigen weg.