Het lichaam overleeft door pijn te vermijden en genot na te streven. Er zijn drie gebieden waar de aandacht op gefocust kan zijn; wat is mijn plek in de groep, heb ik intieme relaties en heb ik de basis wel op orde (woning, geld, gezondheid). Wanneer een behoefte (om te overleven) niet wordt bevredigd kan er angst ontstaan. Elke angst komt voort uit de angst om dood te gaan.
Stop met vechten
Ik merk dat de rauwe angst om dood te gaan regelmatig uit de schaduw opkomt zonder bewuste reden. Wanneer ik de angst volg komt er vaak wel iets boven water wat er speelt op een van die drie gebieden. Het heeft ook met de leeftijd van mijn lichaam te maken. Hoe ouder het wordt hoe meer de fysieke dood zich aandient. Ik zie het als een irrationeel lichamelijk proces, waarmee ik (als bewustzijn) een communicatie mee aan ga. Het is schaduwwerk; het onderdrukte onder ogen zien. Ik kan het ook zien als een voorbereiding op het moment van sterven.
Wanneer ik tegen de angst voor de dood vecht kan het richting een angstaanval gaan. De kunst is om te stoppen met vechten tegen de intense sensatie en me te laten meevoeren naar de diepte van de dood. Wanneer ik mijzelf mee laat voeren door de angst transformeert het in enkele minuten in een ervaring van ruimte. Het is een valervaring die uiteindelijk zwevend eindigt. De angst lost volledig op en er is een ontkoppeling van het lichaam.
Het lichaam wil leven en ik ben er vrij van
Wanneer de vrije geest geidentificeerd raakt met het lichaam krijgt het principe van genot nastreven en pijn vermijden een urgentie. Wanneer de dood volledig is doorleefd wordt het pijn en genotprincipe een kwestie van overvloed. Het lichaam volgt nog steeds dit programma, het is alleen niet meer zo urgent. Het wordt speelser, omdat het wordt gezien voor wat het is; een overlevingsmechanisme van het lichaam en wat ik ben is daar ook vrij van.
Zelfrealisatie is moeiteloos bewegen in oneindige percepties zonder hechting aan een voorkeur